Een invulverhaal ...

Een  ... had drie ... .

Drie flinke, stevige ... .

De ene was ... ,

de andere ... en de derde

had vaak ... .

Van Destiny:

Een papa had drie zonen.
Drie flinke, stevige zonen.
De ene was flink,
de andere was slim en de derde
had vaak jeuk.

Van Jodie:

Een boer had drie varkens.

Drie flinke, stevige varkens.

De ene was dik,

de andere dun en de derde

had vaak koud.

Van Nore:

Een meisje had drie konijntjes.
Drie flinke, stevige konijntjes.
De ene was dik,
de andere dun en de derde
had vaak plezier met de andere.

Van Femke:

Een burgemeester had drie biggetjes.

Drie flinke, stevige biggetjes.

De ene was flink,

de andere was boos en de derde

had vaak honger.

Van Paulien:

Een meisje had drie poesjes.

Drie flinke, stevige poesjes.

De ene was lief,

de andere dik en de derde

had vaak koud.

Van Wout L.:

Een papa had drie baby's.
Drie flinke, stevige baby's.
De ene was blij,
de andere smal en de derde
had vaak dorst.

Van Maike:

Een vrouw had drie baby's.

Drie flinke, stevige  baby's.

De ene was dik,

de andere dun en de derde

had vaak jeuk.

Van Jayde:

Een man had drie spaarpotten.

Drie flinke, stevige spaarpotten.

De ene was raar,

de andere was leeg en de derde

had vaak stof.

Van Fyodor:

Een directeur had drie biggen.
Drie flinke, stevige bruin.
De ene was bruin,
de andere knorde luid en de derde
had vaak een vieze snuit.

Van Dean:

Een man had drie biggen.

Drie flinke, stevige biggen.

De ene was dom,

de andere was slim en de derde

had vaak honger.

Van Noah:

Een directeur had drie biggetjes.

Drie flinke, stevige biggetjes.

De ene was groot,

de andere klein en de derde

had vaak honger.

Van Louis:

Een jongen had drie poezen.
Drie flinke, stevige poezen.
De ene was heel dik,
de andere mager en de derde
had vaak jeuk.

Van Seppe:

Een varken had drie biggetjes.

Drie flinke, stevige biggetjes.

De ene was dik,

de andere vet en de derde

had vaak honger.

Van Laura:

Een boerin had drie biggetjes.

Drie flinke, stevige biggetjes.

De ene was flink,

de andere slim en de derde

had vaak ruzie met de andere.

Van Loïc:

Een mamabig had drie biggen.

Drie flinke, stevige biggen.

De ene was groot,

de andere was middelmatig en de derde

had vaak honger.

Van Roel:

Een smurf had drie smurfjes.

Drie flinke, stevige smurfenjongen.

De ene was dik,

de andere was lui en de derde

had vaak siroop nodig.